Vis is buitengewoon veelzijdig voedsel en er zijn ontelbare manieren om vis snel en lekker te bereiden. ‘Snel’ is daarbij een sleutelwoord, want het delicate vlees is snel te gaar. Bijna elke bereidingsmethode is geschikt voor vis, behalve koken; hoewel sudderen voor een hartige soep wel prima is. Omdat vis zo fijn van smaak is, kunt u hem beter te kort dan te lang op laten staan – u kunt de kooktijd altijd nog verlengen, maar als de smaak en structuur van de vis verloren zijn gegaan, is dat niet meer terug te draaien.
Het is onmogelijk om exacte bereidingstijden aan te geven voor vis, omdat die van veel factoren afhangen. Bijvoorbeeld de dikte van de filets. Of ze overal even dik zijn, wat voor soort vis het is, enz. Vis is gaar als de inwendige temperatuur 63 graden Celsius is. U kunt dat met een vleesthermometer controleren, maar als u enige ervaring hebt opgedaan, kunt u dat ook met het blote oog zien.
Vis kunt u op gaarheid controleren door een mesje in het midden van de vis te steken en het vlees uit elkaar te duwen; als het gaar is, is het vlees ondoorzichtig wit. Als u het vlees zachtjes van de graat wegduwt, moet het net loskomen maar niet van de graat vallen. U kunt ook met een vork in het dikste gedeelte van de vis prikken. Als de tanden er maar half in gaan, is de vis nog niet gaar. Als de tanden er helemaal in gaan, met een lichte weerstand bij de graat, is de vis gaar. Haal de vis altijd een halfuur voor bereiding uit de koelkast, zodat hij gelijkmatig gaar wordt.